Riet

Langs de randen van een meer Zie ik het zachte wuiven van riet Het lijkt me te roepen Het lijkt me te wenken Zelfs al kent het me niet Wie is het Die hen hun kleur geeft Wie is het Die hen de kracht geeft Trots rechtop te staan Hun buigzame stengels Wuiven door de wind Ze roepen en wenken En buigen en veren Ze buigen en veren Steeds weer terug

Tulp

Het warme water Omringt mijn huid Maar vanbinnen is het koud Hoe kunt u zeggen Dat het koude, het donkere De winter voorbij is? Ik ben in mijn schuilhoek In een kloof In een bergwand Ja, ik zie uw liefde Ik aanschouw De grootte en de diepte Ik span mij in Probeer de vogels te horen De kleuren en bloemen te zien Ook voor mij is het een rode tulp Maar vanbinnen Is het koud