Eenzaam

Eenzaam genie Waar is je hoop gebleven? Gave grenst aan krankzinnigheid In de wanhoop Van eenzaamheid Eenzaam genie Tragiek en humor Gaan samen Wanneer jouw gezicht In beeld verschijnt Eenzaam genie Jouw ogen Vormen Een pijnlijke spiegel Voor de gevoelige ziel Eenzaam genie Na jouw vertrek Weerklinkt een schreeuw In de stilte Van een lege ruimte

Zalf

Zachtjes zing ik mijn lied Een traan ontsnapt Uit mijn oog Terwijl ik zing Vader God, zalf me Zoon God, zalf me Geest God, zalf me Zalf me, zalf me Laat de olie stromen Van een druppel Naar een stroom Zalf me, zalf me Laat de olie stromen Van een beek Naar een rivier Zalf me, zalf me Laat de olie stromen Van een zee Naar oceaan Zachtjes zing ik Ik zing mijn lied Zalf me, zalf me Mijn ziel roept het uit Geest van God Stille bries Vul mij met uw adem Vul mij met uw leven Vul mij, vul mij Zalf mij, zalf mij Zodat Pinksteren kan uitbreken Een fontein gaat springen Zalf mij, zalf mij Zalf mij, zalf mij Geest van God Vul mij met uw leven

Zes

Nooit verwacht dat ik als twintiger nog eens in een rolstoel zou belanden. Zelfs niet tijdelijk. In dit geval is het naar alle waarschijnlijkheid tijdelijk. En dat is maar goed ook. Leven op een lager niveau dan je gewend was is nooit makkelijk. Ik denk dat ik in de rolstoel ongeveer op het niveau van een zesjarige zit. Het niveau waarop je tegen de kassa aan kijkt. De meneer of de mevrouw achter de kassa is dan moeilijk te zien. Wel kijk ik dan regelrecht tegen de pakmijnogmaarevenmee-schappen aan. En nu begrijp ik dus waarom zesjarigen zo om snoep of prulletjes kunnen zeuren als ze met papa of mama bij de kassa staan. En nu begrijp ik ook waarom zesjarigen kramp in hun nek kunnen krijgen wanneer ze de spullen in de volwassenmiddelhoge tot hoge schappen in een winkel proberen te bekijken. Het is simpelweg boven hun niveau. Ze kunnen er nog niet bij. Ze hebben het inzicht nog niet. Iets wat ik op dit niveau mogelijk ook nog gemeenschappelijk heb met zesjarigen is de manier waarop anderen mij nu geneigd zijn te bejegenen. Als ik op een – voor mijn leeftijd – normaal niveau voor het zebrapad ga staan, gebeurt het nogal eens dat de autobestuurders opeens strepenblind blijken te zijn en vol gas door blijven rijden. Op rolstoelniveau kan dat wel een beetje veranderen. De bestuurder lijkt zich dan opeens weer te herinneren waar het zebrapad toe dient. Hij remt voorzichtig af en geeft mij de ruimte om over te steken. Op dit niveau blijkt het opeens wel onbeleefd te zijn om door te rijden. Hetzelfde geldt vaak voor zesjarigen. Een kind van zes laat je ook even oversteken, want dan weet je zeker dat het straks niet onder je auto ligt. Tenslotte is een kind van zes nog niet oud en wijs genoeg om de logica van autobestuurders te kunnen begrijpen. En dan heb je de lift. Op het niveau van een twintiger zijn mensen niet altijd geneigd mij nog even in de lift te laten stappen, zodat ik nog net met hen mee kan in het wisselen van niveau. Zij hebben dan zo’n zoekhetuit-blik, drukken op het knopje en zoemen net voor mijn neus weg. Op het niveau van een zesjarige krijg ik echter een achkomernogmaarbij-blik, vinden ze het prima om een stapje achteruit te doen en mij later ook de tijd te geven om de lift weer uit te rollen. Eigenlijk doen mensen sowieso wel aardiger tegen me als ik in een rolstoel zit. Zelfs zonder dat er een aanleiding voor lijkt te zijn. Zo herinner ik me een mevrouw met een baby. Zij bleef opeens anderhalve meter voor me stilstaan, met de baby op haar arm, en glimlachte naar me. Ik raakte een beetje in de war, want als twintiger ben ik dat niet gewend. Gelukkig kwam ik nog net op tijd weer bij mijn positieven en kon ik haar een flauw lachje teruggeven. Prompt kwam er toen ook nog een man aanlopen. Hij nam de baby van haar over en glimlachte – tot mijn verbazing – ook naar mij. Ik begreep er echt niets van. Waarom zouden ze dat doen? Dat hoort volgens mij niet bij het niveau van een zesjarige. Tenzij je als zesjarige misschien een heel schattig gezichtje hebt en leuke staartjes in je haar. Maar ja, dat heeft dan nog niets met een twintiger in een rolstoel te maken.